Je draagt iemands werk

Ieder kledingstuk is mensenwerk. Het legt een hele weg af langs een complexe textielketen die vaak over verschillende landen loopt. Van grondstof wordt eerst garen gesponnen en dan een doek geweven of gebreid. Die wordt geverfd, verwerkt tot een kledingstuk en verscheept. En zo belandt het item uiteindelijk bij jou. Bij elk van deze stappen zijn mensen betrokken en loeren sociale risico’s om de hoek.

Zo kun je bijdragen aan betere mode

Om de sociale omstandigheden doorheen de hele keten in kaart te brengen en meetbaar te maken, is transparantie van merken en hun leveranciers nodig. De uitdaging is om deze informatie van alle schakels te krijgen: van de voorlaatste schakel (naai atelier) tot herkomst van grondstof (bv plantage) 

 

Een aantal labels en certificaten geven een indicatie van betere arbeidsomstandigheden in de keten. Deze logo’s of certificaten zijn meestal niet op de producten of etiketten te herkennen. Raadpleeg daarom eens de website van de merken zelf of raadpleeg sustainable ranking sites zoals ‘GOOD ON YOU’ .

Deze risico's help jij verkleinen

Het overgrote deel van de productie van textiel en kleding gebeurt in ontwikkelingslanden die het niet zo nauw nemen met wetgeving en waar de lonen uitzonderlijk laag zijn. Dat gaat vaak ten koste van fatsoenlijke werkomstandigheden voor arbeiders. Op katoenplantages zijn gedwongen arbeid en kinderarbeid niet ongewoon en wordt in onveilige omstandigheden gewerkt met schadelijke chemicaliën. In fabrieken maken mensen uitzonderlijk lange dagen om rond te komen omdat de minimumlonen vaak een stuk lager liggen dan een leefbaar loon (een salaris waarmee je volgens de lokale maatstaven in basisonderhoud kunt voorzien). In deze fabrieken werken bovendien veelal bevolkingsgroepen die sowieso geconfronteerd worden met discriminatie, zoals vrouwen en religieuze en/of etnische minderheden. Wil je hier als werknemer verandering in brengen, dan is syndicale vrijheid een belangrijk recht -maar in veel gevallen niet toegestaan.